Nordsjøvegen 2 ( Kristiansand, Lindesnes, Pennefeltet, Helleren, Blåfjellgruvene, Ruggestein )



Onze derde dag starten we met een bezoek aan de kathedraal van Kristiansand. De sinds 1885 in gebruik zijnde kerk is een prachtig stuk neogotische bouwkunst. De bouw van de kerk duurde 5 jaar en ze staat op dezelfde plek als haar voorgangster, die door brand compleet verwoest was. De toren van de kerk stond aan de voorkant in de steigers, dat was dan wel weer jammer, maar het plein en de binnenkant van de kerk zijn zeker een bezoekje waard.




Maar dan, dan is het eindelijk tijd voor de Nordsjøvegen. De Noordzeeweg. Een stuk van Kristiansand tot aan Haugesund. De weg staat hier en daar wel aangegeven. Sommigen vertellen dat het de E 39 is, anderen laten weten dat het wegnummer 43 is aldaar, en natuurlijk is er ook een versie die van beiden een mengsel is. Wij hebben er een aantal dagen voor uitgetrokken en besluiten dan ook om onze eigen gang te gaan en overal zoveel mogelijk de weg te nemen die most-close-to-sea is. 
Dat als uitgangspunt gaan we doelgericht af op weg 456, Søvik, Søgne. Daar kruisen we de E39 twee keer en gaan meteen weer zuidwaards. En daar, al gaande richting Mandal, vinden we weer de mooiste weggetjes. Smal, rustig en een enkele gravel. 

 


Een paar kilometer voorbij Mandal zit er niks anders op dan de E39 te nemen. Dan, bij de eerste rotonde, staat ons volgende bezoek al aangeven. Een vuurtoren op het midden laat dan ook verder niets te raden over. 


Lindesnes fyr. De zuidelijkste punt van Noorwegen. De tegenhanger van de Noordkaap. Lindesnes met zijn vuurtoren. De weg erheen is doodlopend maar allesbehalve rustig. Daarnaast is het ook zaterdag en het weer is prachtig. Maar nu we in de buurt zijn.....
We reden een flinke parkeerplaats op en liepen in de richting van waar de meeste mensen af en aan leken te lopen. Eenmaal de bocht om schertste toch enigszins onze verbazing dat er een slagboom stond en een kastje waar je geacht werd een entreebewijs te kopen. Lindesnes fyr bleek toch niet alleen een vuurtoren te zijn, als wel een complete attractie. Er is een tentoonstelling, een infocenter met koffie en souvenirs, kantoren, de vuurwachterswoning, een vakantiewoning, een bakhuis, een megakompas, het oude vuurtorendeel en de vuurtoren zelf natuurlijk. 









We verlaten Lindesnes en volgen een deel dezelfde weg terug om bij Sprangereid de andere kant op te gaan. Zo rijden we richting de 43 en vervolgens naar Borhaug, waar we op zoek gaan naar oude rotstekeningen.
We parkeren bij een bord dat zegt Pennefeltet. Alleen daar al hebben we een fantastisch uitzicht. We lopen het pad wat aangeeft 'Helleristninger på Jærberget'. Het is slechts een 400 meter lopen langs lage steenmuren en over vlak terrein, voor we bij een hekje komen waardoor we een veld met schapen in gaan. We zien de gladde stenen al die een stuk boven het grasland uitsteken. Het is even oppassen voor de schapenpoep, maar ze zijn erg gemakkelijk bereikbaar. Daar aangekomen zien we de 3400 jaar oude tekeningen. We zien schepen en stippen. Alle tekeningen zijn rood. Het is imponerend om te zien en je vraagt je af waarom ze daar gemaakt zijn. Een klein moment in informatie duikend leert ons dat de schepen vooral vertellen naar hoe de bootjes er toen uit moeten hebben gezien. Maar ook kunnen ze verhalen vertellen over zonsondergangen en overgangen van het levende naar het dodenrijk. Daarnaast vinden we groepjes rode stippen. Elke stip vormt een klein schaaltje die gevuld werd met boter of zilver, als offer voor een goede oogst. 
Wij dwalen nog wat over de stenen en genieten van het schitterende zeegezicht.  




Terug in de tegenwoordige tijd vervolgen we onze weg via nog eens de allermooiste, smalle en meest idyllische kustweggetjes om dan aan te sluiten op, wederom, de E39 naar Flekkefjord. 



We laten Flekkefjord snel voor wat het is en steken een meest fantastische fylkesvei in. Fv 44. 
We wanen ons daar in een heel ander landschap 
Om dat een beetje te begrijpen moeten we heeeeel ver terug in de tijd.  Naar daar waar dit unieke stukje  landschap begon.
Heel beknopt is dat: 
Continenten begonnen langzaam te scheuren en de aardkorst werd onstabiel. Door deze scheuren duwde het magma zichzelf uit het binnenste van de aarde omhoog naar de oppervlakte. Dit koelde af en vormde zich gesteente. Daarnaast ontstonden er hoge bergen doordat de gescheurde platen zich naar elkaar toe bewogen, waar de grote hoeveelheid gletsjers op hun beurt weer de scherpe kantjes van afhaalden. 



Na een poosje bracht de weg ons naar Helleren. Tijd om weer even uit te stappen. 
We wandelen een klein stukje en staan dan ineens in het jaar 1900. Twee kleine huisjes, recht voor onze neus, onder een gigantisch overstekend stuk rots. Ze dateren van rond 1800, maar enkele delen verwijzen naar eerdere jaartallen. Er woonden mensen die het niet al te breed hadden. Ze huurden het stuk grond, voor het leven, van de eigenaar en voorzagen in onderhoud door een beetje akkerbouw en visserij. Drinkwater drupte jaar in jaar uit uit de grote rots erboven. 
Het verschil in het aantal inwoners is door de jaren heen erg groot geweest. Bekend is dat er in 1752 een éénpersoonshuishouden werd gevoerd, terwijl er in 1865 15 mensen, 5 koeien, 1 varken en 12 schapen woonden. 
De laatste bewoonster verkocht in 1909 haar gebruiksrecht aan The Jøssingfjord Manufacturing Company, die een waterkrachtstation bouwden aan het begin van het fjord. De waterkrachtcentrale opereert tot op de dag van vandaag nog steeds. 
De huisjes bij Helleren zijn een heuse bezienswaardigheid. Stoelen, tafel en bedjes staan er alsof ze nooit zijn weggehaald. Er ligt een gastenboek op tafel. Ja, zelfs de was hangt nog aan de lijn. 




Inmiddels is het rond de klok van zes en geven onze magen aan dat er gegeten moet worden. Een motorkapmaaltijd was snel klaar en omdat het weer nog zo lekker was, besloten we om nog een bezoekje te brengen voor we naar ons volgende huis-met-bed zouden gaan.


Iets verderop de 44, maar nog voor Hauge, ligt de weg naar de Blåfjellgruvene. 
Zoals al gezegd is dit een uniek stukje land, waarvan de reden ligt verborgen in de geologie. 
Dat magma, dat vloeide en vloeide, koelde en verharde. Het ijs dat sleep en schoof. Erosie.
Nu heeft dat magma zulk een uniek gesteente achtergelaten dat het hele gebied omarmt is door UNESCO. Magma Geopark geeft hierin ook begeleide tours en heel veel info. 
Grofweg kan gezegd worden dat dit deel bestaat uit veel noriet, basalt en de anortosiet. De laatste in het hele gebied van, laten we zeggen, Flekkefjord-Gyland-Tonstad-Egersund. En dat maakt het nu zo speciaal. Want die anortosiet is alleen nog gevonden in Canada en op de maan. 
Nu terug naar de Blåfjellgruvene. Die liggen zo'n beetje in het hart van het park. Werkzaamheden startte hier in 1864. Ilmeniet werd uitgehakt en via een spoorbaan van ruim 8 kilometer naar de kust gereden. Dit stuk gesteente bevatte veel ijzer en titanium, wat regelrecht naar Engeland ging. Deze groeve is echter niet lang in gebruik geweest, slechts 10 jaar. 
Er zijn meerdere holen en gaten te zien in de betreffende berg wanneer je daar aankomt.
Een hol met een hek ervoor, dat overigens niet gesloten was, konden we zo in lopen. Het ziet er allemaal groenig uit aan de binnenkant en er zijn diverse gangen waarvan je het einde niet ziet wanneer je er met een licht in schijnt. We besluiten om op eigen houtje maar niet verder te gaan. 




Dan terug, een kilometer ofzo, want daar zagen we nog een dingetje dat wellicht de moeite waard was om te bekijken. We zien de aanwijzingen. Ruggestein. 
We lopen een smal, houten bruggetje over. Het bord verteld ons dat het hier gaat om een 70 tot 80 ton wegende steen. Het leuke hieraan is dat de meeste mensen het voor elkaar krijgen deze steen te bewegen. Interessant, zo denken wij. Dat moeten we uitproberen. Een beetje kerel gaat dat klaren. Met zijn rug tegen de steen, een beetje zoekend naar de juiste plek, en dan afzetten met je benen. Joechee, hij doet het, zij het minimaal maar toch. Wij vonden het in ieder geval een leuk ding om de avonturen voor deze dag mee af te sluiten.  















Reacties