Schip ahoy
Bilturisten op het water. Gaat dat goed? En voor hen die net meelezen ; bil = auto.
Maar of dat gaat?
Ons bootje, niet al te zwaar. Gewoon een dagcruiser. Een eenvoudig ding vol met visgerei. Een polyester bootje van ongeveer 5 meter lang met 60 pk.
In elk geval vatten we het plan om op een dag zonder gasten, met mooi weer en weinig wind, op de koffie te gaan bij één van de kinderen. En dan niet met de auto maar.....juist, met boot.
Leuk, leuk. Het weer leek goed. De vooruitzichten gaven weinig wind, beetje zon, geen regen.
Helemaal super. We hadden de vaarroute bekeken en uitgerekend dat we het binnen twee uur moesten kunnen doen.
Rond het middaguur, met een tas met koffie, thee en broodjes stapten we in de auto. Goedgestemd, we hadden er zin in. Bij de boot aangekomen laadden we onze spullen in en haalden we een vrachtje boeien en touw er uit om zodoende iets meer bewegingsruimte te scheppen.
Klaar om te gaan, trossen los en starten. Helaas. Accu leeg. Ja, dat hadden we kunnen weten. En we wisten ook waar de andere, volle accu stond. Thuis in de garage.
Het zou veertig minuten duren om hem op te halen. Maar deze bilturist zou geen handige zijn als ie niet in een mum van tijd de accu uit de auto had geplukt en die vervolgens in de boot had geplaatst.
Even later voeren we weg.
Heerlijk kalmpjes door het Gloppenfjord. Een netje in het water om deze op terugweg weer op te vissen leek een goed plan. Het water was als een glad laken en de zon liet zich af en toe even zien. Genieten. Bij Anda moesten we links aanhouden het Nordfjord op. We moesten om de berg die we anders met de auto doortunnelen.
Een andere gewaarwording van navigeren. Een andere kijk op je route ook, wanneer je die vanaf het water bekijkt. Je oriëntatiepunten zijn hele andere, terwijl je toch naar hetzelfde eindpunt gaat. Ineens keken we recht op Ålfoten. Een bekend plekje, maar wat we nooit zien als we met de auto gaan. Heel logisch zul je zeggen. Maar toch. Het zal de ervaring zijn. Voor we voor Ålfoten rechts om moesten steken kwamen we nog twee zeilers tegen.
Eveneens geen grote. Met Nederlandse vlag, dat was wel heel leuk om te zien. En wat zijn mensen vriendelijk op het water. We zwaaiden dan ook vrolijk terug naar elke schipper die we tegenkwamen.
Toen zagen we de ferry Isane-Stårheim. Daar was ook onze laatste oversteek, voor we aan zouden leggen. Maar waar? Google maps moest eraan te pas komen om vanaf het water een oriëntatie te kunnen maken van waar we precies zouden moeten zijn.
Vanaf de weg wisten we het natuurlijk, maar dit was weer zoiets. Na wat puzzelen en foto's maken en die weer flink inzoomen, hadden we het huisje gespot waar de koffie klaar zou staan. Een belletje naar betreffende dat we er bijna waren, maar met boot, deed hen al naar het water toekomen.
Het aanleggen was nog wel een dingetje. Geen of weinig mogelijkheden daar daarvoor, maar bij een nabijgelegen boothuisje was een plekje. Niet het allerbeste plekje. De boot lag naar ons zin toch iets te kort op de rotsen. Wat extra boeien moest schuren voorkomen. Heel gelukkig waren we er niet mee maar het moest maar zo.
Het was tijd voor koffie en leut. Het was gezellig maar terwijl we buiten zaten, vernamen we dat de wind wat opstak. Het trok steeds verder dicht ook. Voor de regen waren we niet bang. De wind was een ander verhaal.
Met de auto van de gastheer moesten eerst de twee kannen met benzine weer worden gevuld bij het dichtstbijzijnde tankstation. Het bootje had op de heenweg bijna de hele voorraad opgedronken en we wilden het risico om zonder te brandstof te raken liever voorkomen.
De wind was inmiddels nog meer aangetrokken en stuwde daarmee het water flink op.
We stapten in de boot met beiden het gevoel dat we de goden zouden verzoeken.
Truien aan, reddingsvesten goed vast.
We startten de motor.
Besloten dat we het bootje langzaam zouden laten hobbelen. Vol gas stuiteren over de golven leek geen goed plan. Dan maar langer op de golven. Maar wel erop en niet eronder.
Het water spatte met grote regelmaat in onze gezichten. Het bootje klapte telkens neer. We stonden beiden te kijken naar elke komende golf. Al waren ze dan maar 1,20 hoog (zo vertelde de app ons), voor ons bootje was het meer dan genoeg. Maar we waren begonnen. Er zat nu niets anders op dan doorvaren, recht op de golven in. Omdraaien en daardoor dwars komen te liggen zou het bootje vol doen plenzen met zeewater.
Het leek uren en uren te duren. Telkens keken we om om te kijken hoever we al weg waren. Langzaam kwamen we midden op het fjord. De wind en stijging van het tij zorgden voor nog meer 'deining'. Als we nu zouden gaan.....we dachten beiden hetzelfde maar spraken het niet uit.
Er zat niets anders op dan langzaam door te varen, tegen de golven op, naar de overkant van het fjord. We zouden een stuk van de route afwijken, maar alles beter dan omklappen. En als we dan zouden klappen, dan het liefst zo dicht mogelijk bij de kant, zodat we het af zouden kunnen zwemmen.
We belandden tot voorbij Isane om de bocht. We grapten nog, 'straks zijn we bij Davik.' Daar, op een tiental meters van de kant, draaiden we de boot linksom. Hij stuiterde wat, maar pakte het goed op. En na nog een paar hobbels voeren we ineens op gladde zee. Totale windstilte. Opgelucht haalden we adem. Tiepte naar de uitzwaaiers dat alles oke was.
Het was inmiddels tijd voor een broodje en we bespraken in alle rust het afgelopen uur. Maar we waren nog niet thuis. We hadden nog twee kruispunten te gaan. Het eerste bij Ålfoten. Daar kwam de stroming van drie kanten maar gelukkig was de wind daar niet heel hevig. Hier gleed het bootje makkelijk door. Een peulenschil vergeleken met Stårheim-Isane.
Wel bleven we niet ver van de kant varen. Het gaf toch enige zekerheid. Het andere punt kwam bij het Hyenfjord. We voelden het al toen we het naderden. We moesten er voor langs steken, naar Hestenesøyra. Het tochtte zo verschrikkelijk het fjordengat uit. En ook hier liet het water zich gemakkelijk bespelen door de krachtige wind. En ook hier speelde het water op haar beurt weer met ons bootje. Weer was het sturen en bijsturen. Recht tegen de golven op.
Weer van koers afwijken. Al was het minder hard, zwaar en eng als de eerste keer. Toch voelde je dat je feitelijk niks in te te brengen hebt.
En nadat we ook dat achter de rug hadden draaiden we het thuisfjord in. Zo kalm en rustig als het hier was. Je kon je niet voorstellen dat het een stukje terug zo onstuimig kon zijn. Inmiddels was het rond zevenen. Aten we de laatste boterhammen en gooiden we een hengel uit.
Tijd om bij te komen en alles even te laten bezinken. Plukte het net uit het water en dreven op ons dooie gemak naar de steiger.
Het was tegen achten toen we aanmeerden. De accu overpakten naar de auto, langs de winkel reden voor een paar pizza's en thuis een schippersborrel namen.
De conclusie was duidelijk.....we moeten eens een grotere boot.







Reacties
Een reactie posten