Trollstigen, Kristiansund & de Trollenkerk



Tijdens onze paar daagjes weg in de herfstvakantie zijn we min of meer aan het eilandhoppen geweest. We hebben geweldig mooi weer gehad en ontzettend genoten van een paar vrije dagen in eigen land.

We vertrokken donderdagmorgen redelijk op tijd. We hadden een flinke rit voor de boeg, waarvan het eerste stuk al bekend.
Uiteindelijk doel die dag: Amundøy.

Van huis tot Hellesylt / Stranda is mooi, maar, zoals ik al zei, bekend terrein. Nadat we bij Stranda het water waren overgestoken, maakten we de keuze om verder naar het noorden te gaan via de 63. Precies, de fameuze Trollstigen. Dezelfde die we met Pinksteren omhoog reden, deden we nu andersom.
En wat waren we blij met onze keuze. Bijna geen mens te zien. We konden zelfs even stoppen op de weg om foto's te maken of om gewoon rustig van het uitzicht te genieten. Wat een verschil met een paar maanden geleden, en zelfs toen was het niet écht heel druk. Maar niet alleen het aantal mensen maakte een verschil. Ook de aanblik van de omgeving was in dit jaargetijde weer zo anders. En waar in juni hier en daar nog sneeuw lag, vies geworden van het liggen, lag nu al een nieuw, vers laagje langs de kant. Poedersuikerwit. Op sommige plaatsen toch al meer als 30 centimeter. Wellicht zal het niet lang meer duren voor de pas weer 'vinterstengt' is.

                                         

Ook bij het uitzichtpunt kwamen we maar een handjevol mensen tegen. Natuurlijk zijn we naar de punt gelopen om ons weer even te kunnen vergapen aan de slingers, die voor ons nu nog in het verschiet lagen.      
               

            Na een lunch in het zonnetje bij de auto, was het voor ons tijd voor de afdaling. Elke slinger, elke bocht was weer heerlijk. Het uitzicht nog net zo schitterend. En beneden aangekomen, moesten we zeker nog een paar keer achterom kijken, naar daar waar we zojuist vandaan kwamen. 
Glimlach. 
Tevreden. 
Tijd om verder te rijden.
                                                 
Van Åndalsnes, Isfjorden, de 64 over naar Åfarnes. Wederom het water over, verder de 64 af. Vóór Røbekk rechtsaf. Helemaal door tot aan Batnfjordsøra. Waar we met enige humor, de E 39 verkozen boven wegnr. 666, om na de Gjemnessundbrua, op het kleine eiland Bergsøya, de E 39 weer te laten voor wat ie was en de 70 te volgen naar het eiland Frei.
Net aangekomen op dat eiland namen we een kleine weg, rechtsom langs de kust om op de noordoostpunt de restanten van een fort te bekijken.

Fort Kvalvik is een van de best bewaarde forten in Noorwegen uit de tweede wereldoorlog. Een beeldend stukje geschiedenis wat gratis te bezoeken is. Je wandelt er tussen torpedo's en kanonnen. Verstopt je in één van de bunkers. Rust uit op één van de vele bankjes of maakt een vuurtje op één van de barbecuesplaatsen. Geniet van een prachtig uitzicht vanaf de plekken waar het luchtafweergeschut heeft gestaan.
Fort Kvalvik, een park voor jong en oud, met stukken van WO2, vonden wij zeker het bezoeken waard.





Toen liep het inmiddels tegen de klok van 6 en we moesten nog naar de westelijke kant van het eiland. Dwars oversteken was geen optie. Daar liep geen weg, zoals hier zo vaak het geval. Min of meer in een modelletje S reden we naar Amundøy. Daar zouden we twee nachten blijven in een klein appartement in een boothuis. Het lag werkelijk helemaal aan het einde van de weg. Een prachtig plekje en een niet minder prachtig ingericht huisje, voorzien van alles wat je nodig hebt en met diverse maritieme decoraties die de Piggelmee-sfeer compleet maakten.
Moe van onze heenreis, zakten we in het woonkamertje neer voor een koselig avondje waarna al snel een bed werd opgezocht.
                                               

      De volgende ochtend werden we wakker met het geklots van water onder onze voeten. Even moesten we ons weer herinneren waar we ook al weer waren. Natuurlijk! We sliepen in een boothuis aan het Bremsnesfjord. De zee was onder ons en golfjes kabbelden tegen de dikke palen aan. Een blik uit het raam werd beloond met een prachtig beeld op een paar grazende reeën naast de kade.

                                               

Na een douche en een goed ontbijt reden we weer richting zuid. 
De 70, onder het water door, het eiland Bergsøya over, over het water tot aan fv 279, die we afreden tot aan Eide. Een mooie weg met de hele tijd het Kvernes fjord aan je rechterhand. Vanaf Eide een stuk de 64 op tot aan de parkeerplaats naar Trollkirka. 
Daar zetten we de auto neer en legden we onze zakken met lunch en voorzieningen op de rug en deden onze wandelschoenen aan. Een flinke tippel in het vooruitzicht. 
De parkeerplaats was beneden, ergens tussen 0 en 50 schat ik. De trollenkerk bevond zich op 485 meter hoogte. Een pad van bijna alleen maar stenen. Grote en kleine, gladde, minder gladde en droge. We hadden de reviews gelezen en tijden tussen 1,5 uur en 5 uur enkele reis kwamen voorbij. Wij deden er ruim 3 uur over, inclusief een koffiepauze en een lunchpauze. Ik ga hier dan ook absoluut niet beweren dat het een eitje is. Maar ja, mij is ook geen 30 meer. Schitterend is het wèl, met geweldige uitzichten op rustplekken, waar veelal een bankje staat. Bijna boven kom je op een enkele plek een touw tegen, waaraan je je omhoog kunt helpen. Eenmaal daar waar je voor kwam, ben je al je geploeter vergeten. We legden onze tassen neer, deden een extra trui aan en een muts op. Onze hoofdlampjes, die we hadden meegenomen, zetten we op.

Toen liepen we de grot in, want dàt is wat de Trollkirka is. Zonder lampje zag je geen hand voor ogen. Hier en daar moest je over brokken kalksteen heen. Af en toe was het bukken en klimmen. Na een paar bochtjes, volgens het bordje zo'n 70 meter, hoor je ineens een waterval. Hierboven komt het daglicht naar binnen en geeft een groenige gloed aan het natte kalksteen. Geweldig mooi.

                                                



Wanneer je je voldoende vergaapt hebt aan dat moois kun je verder. Door een gat boven je in de grond, klauter je de grot weer uit. Een soort pad langs een ijzeren hekwerk leid je naar het volgende hol in de grond. Met een ladder ga je naar beneden om in een volgende spelonk terecht te komen. Ook hier dendert het water naar beneden en sta je met je voeten aan de rand van een ondiep bassin. Ook hier komt er daglicht binnen wat wederom zorgt voor een prachtige inval.

                                                      

Een derde grot moest er ook zijn. Bovenop het plateau. We zijn op zoek geweest en hebben wél een gat gevonden. Het leek ons echter te gevaarlijk daar naar binnen te gaan. Aan de andere bezoekers die we tegenkwamen hebben we het nog wel gevraagd, maar geen had het eigenlijk gezien of betreden.
Toen volgde de weg naar beneden. Hij was zwaar voor de knieën en enkels, maar verliep vlotter.
Blij dat we bij de auto waren, trok deze en gene de natte schoenen en sokken uit. Startten we en stopten bij de eerste supermarkt. Een dik ijsje hadden we, vonden we zelf, meer dan verdient na deze tocht.

De klok gaf vier uur aan. We hadden nog even en besloten met een D-tour naar het boothuis terug te rijden. En welke kun je dan het beste nemen als je daar bent. De 64 natuurlijk. De Atlanterhavsvegen. Óók deze stond al enige tijd op het verlanglijstje. We reden via Farstad naar Vevang en kwamen zo op één van de 18 Scenic roads die Noorwegen telt. Nu hoor ik te jubelen. Wat gaaf, wat prachtig en wat adembenemend mooi. Wel, dat is ie ook eigenlijk, maar een beetje kort. Wat je op zich natuurlijk ook had kunnen weten. Enfin. Een leuke weg die eigenlijk een lange brug is over diverse kleine eilandjes. Met één spectaculaire hogere brug, waarbij het lijkt, tijdens het aanrijden, alsof ie zomaar bovenop niet verder gaat. Wél prachtig, maar niet uniek. Misschien wel spectaculair als het er stormt en het water over de weg slaat, maar zou de weg dan niet afgesloten zijn?? Persoonlijk zou ik, als je niet in de buurt bent, er niet speciaal voor heen rijden. De weg met zijn bruggen richting het eiland Runde bijvoorbeeld, doet er mijns inziens niets voor onder.

                                             


Daarna gaat de 64 door naar Kristiansund. Alwaar je eerst wel 100 kronen tol kunt aftikken om de tunnel door te mogen.
Kristiansund is een leuk stadje. Een écht vissersstadje met volop bedrijvigheid in de haven, het hart van het plaatsje. Een in oude stijl nagebouwd schuitje vaart er mensen van het ene deel naar het andere deel. Een klippfiskvrouwtje staat vlakbij de aanlegsteiger en het oude deel van de wijk Innlandet heeft nog een aantal kleurrijke huizen in oude stijl.

                                        


Toen was het wel genoeg geweest voor die dag en reden we naar ons boothuis voor een warme hap en alweer ons laatste nachtje daar.

Zaterdagmorgen lieten we het appartement net zo achter als dat we het hadden aangetroffen. Bedankten de verhuurder en maakten ons op voor de terugreis. De avond ervoor hadden we al enige tijd met de kaart op schoot gezeten en waren we tot de conclusie gekomen dat het òf de ene tunnel werd, òf de toltunnel aan het begin van de 64.
We gingen voor de laatste en besloten de Atlantische waterweg nog een keer te doen.

Maar vóór we daar waren besloten we bij Kvernes nog een staafkerkje te gaan bekijken waarvan we het bord de dag ervoor al bij Bruhagen hadden zien staan.

Het weggetjes richting Kvernes liep langs de oostkant van dit eiland. Langs Bremsnesfjord. Vandaar zagen we het boothuis nog een keer vanaf de overkant. En realiseer je je nog een keer dat afstanden in dit land geen vergelijk hebben met Nederland. We waren inmiddels al een uur op weg, terwijl we hemelsbreed nog geen 2 kilometer verder waren.

                                      

Het kerkje in Kvernes staat op een heuvel en is omringt door graven. De staafkerk, uit ca. 1300, is niet gebouwd volgens de stevigste constructie. Om die reden heeft het aan de zijkanten extra stutten, die er aan de buitenkant tegenaan geplaatst zijn.
                                     
 

                                             

         Van hier uit reden we verder langs de onderkant van het eiland, fv247, tot daar waar hij aansluit                                                          op de 64, vlak voor Kårvåg.
Toen nog één keer de beroemde waterstraat en vandaar via Molde naar huis.




Reacties