Runde & de Puffins



Ritje Runde tijdens de paasvakantie. Voor ons de tweede keer dat we een bezoek brengen aan het eiland. Met deze keer eigenlijk maar één doel; de Papagaaiduikers.
Vorige keer hebben we het hele eiland rondgelopen. Heel veel gezien en net zo goed genoten, maar de Puffins liepen we toen mis. 
Nu gingen we alleen maar voor deze grappige vogels. En inmiddels wijzer geworden door het lezen, iets wat je eigenlijk meteen moet doen, weten we dat de meeste kans op het zien van deze beestjes, tegen zonsondergang is en wel van april tot augustus. 
In die periode doen ze het eiland aan om te paren en te broeden. Brengen daar hun jongen groot en vertrekken weer. We hoopten dus dat, gezien de mooie voorjaarsdagen die we al gehad hebben, er misschien al broedverkeer zou zijn rond deze paasdagen.



We vertrokken niet heel vroeg in de ochtend. Het was een rit van ruim 2,5 uur, en aangezien we de fladderaars pas in de avond zouden kunnen zien, had het ook geen zin vroeg weg te gaan.
We namen de heenweg via twee ferry's. De eerste van Anda naar Lote. Vandaar via weg 651 naar Folkestad. Deze weg langs Bjørkedal ligt wat hoger en daar was alle sneeuw nog niet verdwenen. 
De meren langs het hyttepark waren ook nog deels bevroren. 
Van Folkestad voeren we over naar Volda. Vanaf daar volgden we de weg een klein stukje richting Ørsta, om af te buigen naar de 653, waar je na een paar kilometer een lange tunnel induikt, om er vervolgens twee eilanden verder weer uit te komen. 
Als je er een kaart bij pakt, dan is dat meteen duidelijk. Beetje jammer wel, dat eilandhoppen onder water. 
Na nog een tunnel en een stukje 61, kwamen we op de 654 en het laatste deeltje van onze reis, de Fv18. Een prachtig stuk weg met vele bruggen. Je slingert er van eiland naar eiland en achtbaant er een paar smalle, hoge bruggen. 
Het was mooi, helder weer met een blauwe lucht. De wind was wat harder gaan blazen en stuwde de golfjes wat op. Al met al, pareltjes voor je ogen.
Na een enkele 'koffie-met' stop, reden we halverwege de middag het vogeleiland op.


Een informatiecentrum was gebouwd op het eiland. Die hadden we de vorige keer niet gezien. We besloten er naar binnen te gaan. Time was on our side. Meer koffie en kake als info, maar je moet wat als buiten de wind steeds meer laat weten dat ie er is.
Tussen wat folders en peperdure souvenirs vonden we nog een extra muts. En die was nodig.
Na nog een korte toiletonderbreking besloten we dat het tijd werd om de auto te gaan parkeren op de laatste parkeerplaats voor het pad naar de vogelrotsen.
Een warme hap maakten we op een kleine gasbrander, in de kofferbak van de auto en lepelden het naar binnen terwijl we zaten, in de laatste zonnestralen, op de grote stenen langs de parkeerplaats. Bang om onze b.. te branden hoefden we niet zijn. We moesten zelfs flink dooreten om niet met een paar laatste lepels koudgewaaide spaghetti te blijven zitten.


Toen was het tijd om een winddicht laagje over onze gewone kleren heen te trekken en, met muts, verlieten we lopend de parkeerplaats. Het is qua afstand niet eens zo ver naar de vogelrotsen, maar het gaat wel alleen maar omhoog. Flinke steile stukken pad, die, na de vorige keer, inmiddels waren  belegd met grote stenen. 
Hier en daar moet je een hekje open en dicht doen. Dit was om de schapen uit zee te houden, besloten we. 
Het uitzicht dat je achterlaat is het af en toe over je schouder kijken zeker waard.


De zon was inmiddels achter opdringerige wolken gekropen en de wind was nog harder gaan waaien. En eenmaal boven was het af en toe gewoon oppassen dat je niet van het padje af geblazen werd.





Het was rond de klok van zes dat we de tijdelijke woonplaats van de Papagaaiduikers bereikten. Het was er qua bezoekers nog erg rustig. We zochten, tussen de rotsen, een zo tochtvrij mogelijk plekje. Dat viel overigens niet echt mee. De wind was overal. Op een stukje gras, omringt door hoge keien, nestelden we ons onder een meegenomen deken. Het zag er oerromantisch uit, tenminste, zo grapte een medebezoeker, maar we hadden het op het laatst ozo koud.




Eindelijk, opgeven was geen optie, tegen kwart voor acht kwamen de eerste duikers aangevlogen. Tijd om ons hol te verlaten. Stram klauterden we naar de rand van de rotsen. Daarbeneden, daar zwermden ze. Hele bendes!! We hadden gehoopt op een enkele, maar dit was adembenemend.
Met halfbevroren vingers probeerden we wat foto's te maken. Maar de roodgesnavelden vlogen als gekken door elkaar. Ze veranderden ineens van richting. Schoten langs en doken weg. Een heel, heel mooi gezicht. 




We hebben ons een tijd lang staan vergapen aan de vliegende pinguïns. 
Geweldig!!  
En koud waren we!  
Maar heel erg tevreden en blij dat onze missie geslaagd was, liepen we later in rap, opwarmend tempo, naar beneden. Bij de auto een warme kop thee gezet en zetelden we ons in een windvrije auto.

We namen een ferryvrije route naar huis. Via Grodås en Stryn. Dit omdat de vaartijden van de boten op zaterdagavond niet rijkelijk zijn. Donker was het toch, dus voor het mooie hoefden we niet te gaan.

Wij sliepen weer heerlijk in ons eigen bed, maar een overnachting in de buurt van Runde is natuurlijk ook een optie.


Reacties