Thor over het dorp



'Thor is boos'. Dat zeggen ze wanneer het onweert. Nou, dan was hij deze keer niet alleen maar gewoon boos. Hij moet werkelijk razend geweest zijn.

We zaten buiten. Op het balkon. In de zon. Nog zeker zo'n twintig graden was het. In de verte hoorden we wat gerommel. Een half uurtje later zagen we ook de bliksemschichten achter de berg waar we tegenaan kijken. Maar wij zaten nog steeds in de zon, eigenlijk best te genieten van het schouwspel van donkere wolken en lichtflitsen voor ons. 
Het duurde zo nog een paar uur voordat ook bij ons echte druppels water uit de lucht vielen. Eerst kleintjes, maar gestaag werden de druppels groter. Ook het onweer vond het kleine genoeg en knalde met volwassen donderslagen. 
De regen hield aan. De hele nacht. Net als het onweer. Af en toe zwakte het af en kreeg je het idee dat het bijna gedaan was, om vervolgens met klaar geweld weer door te gaan.
Ruim vijftien volle uren hield het aan. Ruim vijftien uur plensde en donderde het over Breim. Toen klaarde het op. Kwam de zon er weer door en, zo bleek later, kon het puinruimen beginnen.


Diezelfde middag gingen we wat boodschappen doen in Sandane. We waren Reed nog niet uit of een agent stond op ons pad. Eerst zag ik hem en vrijwel meteen daarna de enorme plassen water op de weg. Ik vroeg hem of we wel naar Sandane konden rijden en hij knikte. Zachtjes liet ik de auto verder rijden, niet wetend wat we nog meer tegen zouden komen. Vele plassen, grote stukken steen die halve delen van de weg bedekten en stukken asfalt hadden weggeslagen. Enorm veel takken en hier en daar een boomstam. 
Vermoedelijk werd het deel van de weg waar we reden net na ons afgesloten voor reparatie of waterafvoer. Er zat geen auto voor ons en niet achter ons. Tegelijkertijd kwamen we er ook geen tegen. En om het gevoel van 'alleen op de wereld' compleet te maken, reden we de tunnel in. De tunnel, waar je anders de verlichting voor zo vanzelfsprekend neemt, bleek nu aardedonker. Nu pas viel op dat er in het midden geen reflectorpaaltjes staan. Een donker gat van bijna een kilometer lang. 
Eenmaal een stukje voorbij de tunnel een rij stilstaande auto's op de andere weghelft. Zij stonden te wachten op sein om door te mogen rijden; we waren in elk geval niet meer alleen. 




Weer thuis, dusdanig onder de indruk, besloten we te kijken of we via tv konden zien wat er nog meer gebeurd was. Ons mobiele internet was uitgevallen, maar een ouderwetse antenne deed de dienst.
Toen zagen we de beelden van Utvik. Een dorpje aan de andere kant van de berg ten noorden van ons, hemelsbreed een kilometer of zes. De rivieren daar konden ook het vele hemelwater niet aan en traden buiten hun oevers. Wegen, bruggen, schuurtjes en tuinen in een mum van tijd verwoest. Gelukkig geen persoonlijk schade. Maar wel een enorme ravage. 



Hulpverkeer was rap op weg, maar dit was niet even snel aangeveegd.
Het doorgaande verkeer werd daardoor natuurlijk ook zwaar in de war gegooid. 

Dat trof ook voor een paar Spanjaarden. 

Het was diezelfde avond dat ze ons perceeltje opreden. Inmiddels was het weer gaan regenen. Niet zo erg als de nacht ervoor, gewoon een Vestlands buitje, maar genoeg om er nat en koud van te worden. Zij hadden een hotel geboekt aan de andere kant van het Nordfjord. In principe geen enkel probleem, ware het niet dat er bij de ferry ter plaatste inmiddels een wachtrij was komen te staan van vier uur. Daarom besloten ze om in Breim te blijven die nacht. 
Ze klopten bij ons aan voor een slaapplaats. Maar onze Bed en Breakfast zat al vol. Sneu als we het vonden boden we ze eerst binnen een kop koffie aan om daarna, samen met gebelde hulptroepen, op zoek te gaan naar een vervangend adres. Het leek Bethlehem met kerst in Breim. Alles zat vol. Het enige wat we konden doen was hen een matras en een slaapzak aanbieden in het kelderdeel/opslagappartement van ons huis.

Deze uitbarsting van Thor heeft grote indruk achtergelaten en diep respect afgedwongen, en zullen we niet snel vergeten.




Reacties